De lange weg van de PCT; Deel 6

10-06-2022

Aantal dagen onderweg

  • Totale voortgang 26% 26%

Totaal aantal kilometers

De lange weg van de PCT; Deel 6

‘Nog een paar dagen, en dan zijn we in Kennedy Meadows. Daar kijk ik echt naar uit!’ Zegt Marit als we op een avond weer een pakje Knorr-pasta met knoflooksmaak opwarmen voor onze tent. De anderen knikken instemmend. Kennedy Meadows is een legendarische plek. Een dorp is het niet te noemen. Er staan wat gebouwen bij elkaar en het er nog steeds erg zanderig. Toch kijken alle wandelaars er naar uit daar aan te komen. Aankomen in Kennedy Meadows betekent niet alleen hamburgers, bier, douchen, wassen en rusten,. Aankomen in Kennedy Meadows betekent het begin van de Sierra’s. Maar bovenal betekent het dat je de woestijn overleefd hebt. Dat je niet meer met 6 liter water hoeft te sjouwen, dat je niet meer van top tot teen onder het woestijnzand zit. Alle reden kortom, voor een moegestreden en op de woestijn uitgekeken wandelaar om rijkhalzend naar uit te kijken.

Na onze zero in het prachtige kleine stadje Tehachapi had ik me verheugd op een langzame overgang richting de Sierra’s. De woestijn zien overgaan in echte bergen en meer bomen langs de route. De eerste paar dagen leek het precies zo te gaan. Het was koeler, waaide lekker en we liepen redelijk op hoogte tussen de bomen. We keken uit over de kale Mojave en in gedachten nam ik afscheid. Ik was er klaar mee. De woestijn is prachtig en heeft me veel geleerd, maar het is ook tijd om verder te gaan. Nieuwe horizonten ontdekken en zo nu en dan een duik nemen in een ijskoud bergmeer. We gaan een pas over en kijken uit over wat ik de Vallei der Bomen noem. Een vallei met echte bomen. Hoge bomen die veel schaduw geven. Niet van die halfhoge bomen die we in de woestijn zagen waar we niets aan hadden, maar echte hoge, Amerikaanse bomen. In het bos liggen dennennaalden op de grond die het geluid van onze voetstappen dempen. Ik was gewend geraakt aan het gekraakt van het zand onder onze schoenen. Alsof je op het strand loopt. Maar dat was verdwenen. Het geluid van de wind was ook verdwenen in de vallei. Het was er doodstil. Plots klinkt er muziek door het bos. Moon loopt voor ons en heeft een bamboefluit mee. Op de stille morgen in het bos klinkt zijn gefluit hemels. Marit en ik blijven even staan genieten en lopen daarna in de prettige schaduw van de bomen verder.

De afwisseling is heerlijk. Het is even geleden sinds ik me zo heb gevoeld tijdens het wandelen. Dit is waarom we onderweg zijn. Hier kun je in harmonie zijn met de natuur in plaats van er steeds tegen te moeten vechten. Terwijl ik lekker door het bos stap, trapt Marit plots op de rem. Beneden ons schiet er op eens een bruine beer weg. Hij rent de bult aan de andere kant op en verdwijnt vrij snel uit het zicht. We halen water uit een heerlijk stromende pijp op een prachtige groene weide. Het is koud, helder en smaakt heerlijk.

Uiteindelijk klimmen we uit de vallei en verwachten we aan de horizon de Sierra’ste zien verschijnen. Maar voor ons strekt zich opnieuw een kale woestijn uit. Meteen is mijn motivatie weg. De kale bergen die zich aan onze voeten bevinden zijn een uitzicht dat ik graag had willen missen. De woestijn duurt tot aan Kennedy Meadows en eindigt echt niet eerder omdat ik dat graag zou willen. Voor ons liggen nog 4 dagen woestijn met de grootste afstand tussen water tot nu toe. Het wordt afzien tot Kennedy Meadows. Gelukkig zijn er op twee plekken grote hoeveelheden water achtergelaten door vrijwilligers. Door de niet aflatende harde woestijnwind proberen we zoveel mogelijk kilometers te slijten. Weg uit de dorre omgeving. Ik voel me moe, uitgedroogd, en misselijk. Strijdend voor iedere stap ploeteren we de laatste heuvel van de dag op. Het waait te hard om te kamperen dus liggen we met zes naast elkaar achter een grote steen op de grond uit de wind. De volgende dagen ploeteren we voort, Kennedy Meadows in ons achterhoofd. Gedwongen om in het moment te blijven drijven de dagen voorbij. Er zit niets ander op dan maar door te blijven lopen.

Uiteindelijk komen we op de asfaltweg naar Kennedy Meadows. Nog 20 minuten lopen we op ons gemak richting de winkel. Als we de hoek om komen en de zanderige parkeerplaats oplopen klinkt er gejoel en applaus. Voor de winkel en op de patio zitten tientallen hikers uit te rusten en bij te kletsen. Maar iedereen die binnenloopt krijgt applaus. Iedereen weet welke strijd er geleverd is en hoe je hebt afgezien. Het applaus verspreid zich over het terrein en even weet ik niet hoe ik me moet voelen. Ik veeg een kleine traan weg en zet mijn tas naast de trap op de grond en omhels Marit. De woestijn is overwonnen.

Verhalen van onderweg