Aantal dagen onderweg
- Totale voortgang 100%
Totaal aantal kilometers
De lange weg van de PCT; Deel 11
Dat was het dan. 136 dagen wandelen, duizenden kilometers afgelegd. Steeds als het moeilijk was dat ene doel voor ogen gehouden; het monument aan de Canadese grens. Het grote houten monument met de Amerikaanse vlag aan de ene kant en de Canadese aan de andere. Als ik het zwaar had dacht ik aan het moment dat we daar, midden in het bos zouden aankomen. Dat ik Marit zou omhelzen en zou kussen. Dat we elkaar in de ogen zouden kijken en ongetwijfeld zouden huilen. Dat we tegen elkaar zouden zeggen: ‘We hebben het gehaald.’ En dat we het dan ook echt gehaald zouden hebben. Dat we echt van Mexico naar Canada gelopen zouden hebben.
Maar zo was het einde niet. Door een bosbrand vlak bij het eindpunt was de trail dicht. Niemand mocht erheen en alle andere routes naar de grens zijn ook dicht. We hoorden het een week of anderhalf voor we zouden finishen. Het was verleidelijk om hoop te houden. Te bidden voor regen. Maar uiteindelijk tegen beter weten in. Een bosbrand is niet met een week weer uit. Net als alle anderen zochten we naar een alternatief einde. Laat je de tocht eindigen op het punt dat je niet meer verder kunt? In dit geval langs een nietszeggende snelweg. Of zoek je naar een ander punt? Iets van betekenis. Een plek waar je met een goed gevoel tegen elkaar kunt zeggen dat je klaar bent.
Voor ons was dat Stehekin. Een heel klein dorpje dat bijna helemaal van de buitenwereld afgesloten is. Alleen te bereiken met een boot of een vliegtuigje. Daar zouden we eindigen en dan met de boot de trail achter ons laten.
En zo ging het. Op de ochtend van zondag 11 september; 135 dagen na vertrek uit Mexico, staken we de Stehekin river over en waren we klaar! Het was onwerkelijk. Veel andere hikers liepen nog een dag door. Er was voor ons geen grote ontlading. Geen tranen, geen gejuich. Het voelde niet als een einde. Zelfs de boottocht voelde niet als een einde. We zijn te lang onderweg geweest om zo’n abrupt einde te voelen. Ik realiseerde me dat we echt niet perse meer liepen om de grens te bereiken. We liepen omdat dat is wat we deden. Het was onze manier van leven geworden. En daar afscheid van nemen kost tijd.
Nu we weer een nacht in een hotel geslapen hebben, in een van de vele karakterloze Amerikaanse steden waar het geluid van voorbijrijdende auto’s nooit stopt, mis ik de trail al. De eindeloze stilte van de bossen was verslavend en meer dan ooit voelt het alsof ik daar thuis hoor, met Marit in de tent, in een stinkende slaapzak. Dat laatste overigens mis ik niet. Schone lakens en nieuwe kleren zijn een welkome afwisseling.
Ach, er is nog zoveel te vertellen. Over het afscheid dat we van vrienden hebben moeten nemen, of juist niet hebben kunnen nemen. Over hoogte- en dieptepunten. Over observaties van de Amerikaanse cultuur. Misschien, ooit, schrijf ik daar nog eens over. Nu eerst nog een maand rondreizen per auto, the American way.