Aantal dagen onderweg
- Totale voortgang 0%
Totaal aantal kilometers
De lange weg van de PCT; Deel 1
Woestijnzand waait tegen mijn benen en blijft plakken in de verse laag zonnebrandcreme die ik erop gesmeerd heb. De lucht is strakblauw maar toch is het fris in de woestijn. Het is 9 uur in de morgen en we zouden al snel leren dat het dan nog redelijk te doen is. Het monument waar de trail start is kleiner dan ik dacht. In mijn dromen ben ik er al vaak geweest. Ik me vaak ingebeeld hoe het zou zijn om hier eindelijk te zijn. Om het hout van de balken die rechtop in de grond staan aan te raken. In mijn verbeelding was het groter dan ik bij eerste aanblik zag. Het leek op de foto’s een kolossaal monument. We nemen afscheid van de taxichauffeur en lopen wat nerveus naar boven. Daar blijkt het monument toch groter dan ik in eerste instantie dacht. De wijdse omgeving waarin het staat maakt dat het klein lijkt. Het enorme ijzeren hekwerk dat erachter staat draagt bij. De Muur van Trump is een hek zoals ik het nog nooit gezien heb. Minstens 10 meter hoog met dikke tralies. Het olifantenhek in de dierentuin is er niets bij. Ik leg mijn hand op het houten monument en sluit mijn ogen voor een ogenblik. Ik laat de laatste paar dagen nog eens door mijn hoofd gaan. Gemiste vlucht, jetlag, verloren bagage. Ze zeggen weleens dat bij het startpunt komen het halve werk is. In ons geval zou me dat niet verbazen.
Als ik mijn ogen open kijk ik in die van Marit. ‘We zijn er’, zeg ik tegen haar. ‘ Ja, We zijn er’. We klimmen op het monument en poseren voor een foto. Na een korte instructie van wat vrijwilligers van de PCT mogen we gaan. De eerste meters voelen vreemd. Onwennig. We hebben al vaak samen gelopen, maar nog nooit met de intentie om een half jaar op stap te gaan. Ieder stap is nieuw en de woestijn zoals ik me die had voorgesteld is totaal anders. Ja, er ligt zand, maar er groeit ook van alles. We lopen tussen stugge struiken over een rotsig pad onze eerste meters langs eerste mijlpalen; het eerste bordje, de eerste mijl. Even wordt het pad, dat over het algemeen geen ruimte biedt om met zn tweeën naast elkaar te lopen wat breder. Ik snel me naast Marit en pak haar had vast. Ik knijp erin en zeg nog een keer; ‘We zijn echt onderweg.’